completeren werkw. Uitspraak: [ kɔmple'terə(n) ] Afbreekpatroon: com·ple·te·ren Vervoegingen: completeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gecompleteerd (volt.deelw.) compleet maken Voorbeelden: 'Een lekker toetje completeerde de maaltijd.' , 'Het team werd gecompleteerd door twee nieuwe topspelers.' Synoniemen: : vervolledigen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/completeren